Voor het deeg
200g boter
100g suiker
1 ei
300g bloem
paneermeel
Voor de vulling
een drie- tot viertal rijpe peren
2 eetlepels honing
2 eetlepels citroensap
1 pakje vanillesuiker
100g gemalen hazelnoten
1 eetlepel poedersuiker
Klop de boter met de suiker schuimig en roer het ei erdoor. Kneed dit kort met de bloem tot een glad deeg. Wikkel het deeg in vershoudfolie en leg het in de koelkast.
Schil de peren en snij ze in vieren. Verwijder het klokhuis.
Laat 125ml water met de honing, het citroensap, de vanillesuiker en de poedersuiker inkoken tot een siroop. Neem de pan van het vuur en leg de peren in deze siroop.
Verwarm de oven voor op 175°C. Vet de bakvorm in en strooi er paneermeel in. Rol tweederde van het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad, leg het in de vorm en maak een rand van ongeveer 3 centimeter hoog.
Strooi de gemalen noten op de bodem, leg er de peren op en overgiet met de rest van de siroop.
Rol de rest van het deeg uit en leg dit op de peren. Druk de rand licht aan.
Bak de taart ongeveer 40 minuten tot ze goudbruin is.