Appels
250 ml water
250 ml witte wijn
2 el suiker
citroensap
4 jonagold
Veenbessen
200 g veenbessen
100 g suiker je kan ook minder suiker gebruiken
200 ml water
1 noot boter
Schil de appels, haal het klokhuis eruit en halveer.
Doe de witte wijn, het water, de suiker en het citroensap samen in een steelpannetje en breng aan de kook. Leg er nu de appeltjes in en draai het vuur lager. Pocheer ze beetgaar. Haal uit en leg ze in een ovenschaal samen met een nootje boter.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Maak de veenbesjes klaar: was de veenbesjes en doe ze in een steelpannetje. Voeg er de suiker en het water bij en breng aan de kook. Zodra de besjes beginnen te barsten, draai je het vuur lager. Laat ongeveer 10 minuitjes zachtjes pruttelen.
Vul de appeltjes met de veenbesjes en zet ze ongeveer 10 minuten in de voorverwarmde oven. Dit is enkel om ze weer op te warmen.