Voor 4 personen
4 appel
goei boter
suiker
vel kruimeldeeg
aluminium bakje (klein) of vuurvast shoteltje (1 per appel)
Eerst maak je caramel door suiker te verwarmen in een pannetje. Wanneer die een goudbruine kleur heeft en begint te schuimen, meng je de boter erdoor. Let op dat de caramel niet te donker wordt. Je giet hem dan in een klein aluminium bakje, waarna je er een geschilde appel zonder klokhuis bovenop legt. De holte van het klokhuis vul je op met een stuk van een andere appel, waarna het bakje een uur in de oven kan op 150 graden.
De schil en het klokhuis hou je bij in een pannetje, dat je vult met water en aan de kook brengt. Je verwijdert de schillen en het klokhuis en laat je de vloeistof verder inkoken.
Met kruimeldeeg maak je een bodempje ter grootte van het bakje. Dat plaats je bovenop de appel die uit de boven komt, waarna je het geheel nog even aandrukt en terug in de oven zet tot het deeg klaar is.
Daarna draai je het gebakje om op een bord. Met een penseel smeer je wat van de de ingekookte vloeistof, pectine, over de omgedraaide appel.